In 1971 werd het huidige Van Vulpen-orgel te IJsselstein geplaatst. Het Van Vulpen-orgel uit de Dom in Bremen(Du) had hiervoor model gestaan. Als opzet voor dit neo-barokke instrument was gekozen voor een 3-klaviers orgel op 16-voets basis met hoofdwerk, rugwerk en borstwerk. Het is in fasen afgebouwd: de oplevering in 1971, toevoeging van extra stemmen in 1976 (in rood) en oplevering van het derde klavier in 2002.

De dispositie tot 2002 was als volgt:

Hoofdwerk Rugwerk Borstwerk Pedaal 
Prestant 16 vt 
Prestant 8 vt 
Roerfluit 8 vt
Octaaf 4 vt 
Spitsfluit 4 vt
Quint 3 vt 
Octaaf 2 vt 
Mixtuur 6-8 st 
Trompet 8 vt 
Prestant 4 vt
Holpijp 8 vt 
Roerfluit 4 vt
Gemshoorn 2 vt
Nasard 1 1/3 vt
Sexquialter 2 vt
Scherp 4 vt 
Dulciaan 16 vt
Kromhoorn 8 vt
Tremulant
 Gereserveerd  Prestant 16 vt
Subbas 16 vt
Octaaf 8 vt
Octaaf 4 vt
Mixtuur 6 vt
Bazuin 16 vt
Trompet 8 vt
Schalmei 4 vt

Klavieromvang: C - f'''
Koppels:
Hoofdwerk - Pedaal
Rugwerk - Pedaal
Hoofdwerk - Rugwerk

In 1999 werd besloten het oorspronkelijke plan uit 1971 alsnog uit te voeren. Dit plan was indertijd om financiële redenen niet afgerond. Windvoorziening, klaviatuur en de ruimte voor een borstwerk waren al wel aanwezig. Als adviseur werd de heer Jan Jongepier aangetrokken, die in overleg met Gerrit Christiaan de Gier tot een gewijzigd voorstel kwam voor de invulling van de stemmen op het borstwerk. Hierbij werd gezocht naar een evenwicht in klankverdeling tussen de drie klavieren. Tegelijkertijd moest het karakter van elk van de drie werken een duidelijk eigen profiel krijgen. Aangezien het hoofdwerk gebouwd was op 16-voetsbasis, het rugwerk op 4-voetsbasis, lag een borstwerk op 2-voetsbasis in lijn met de plannen uit 1971. Het gewijzigde voorstel voorzag echter in een rugwerk op 8-voetsbasis en een borstwerk op 4-voetsbasis. Hiermee zou aan draagkracht gewonnen worden. Ook werd besloten de samenstelling van de vulstemmen aan te passen om meer volheid te bereiken. Enkele registers uit het oorspronkelijke rugwerk werden verplaatst naar het borstwerk. Aan borst- en rugwerk werden nieuwe stemmen toegevoegd. Dit leidde tot onderstaande dispositiewijziging en -uitbreiding. In 2002 werd het voltooide orgel opgeleverd. In 2006 is de gereserveerde koppel Pedaal-Borstwerk gerealiseerd. Dispositie sindsdien (rood = volledig
nieuw register; groen = gewijzigd register);

Hoofdwerk Rugwerk  Borstwerk  Pedaal 
Prestant 16 vt
Prestant 8 vt 
Roerfluit 8 vt
Octaaf 4 vt 
Spitsfluit 4 vt 
Quint 3 vt 
Octaaf 2 vt 
Mixtuur  5-6 st
Trompet 8 vt 
Prestant 8 vt
Holpijp 8 vt

Octaaf 4 vt
Octaaf 2 vt
Sifflet 1 vt 
Sexquialter 2 st 
Mixtuur 4 vt
Dulciaan 16 vt 
Kromhoorn 8 vt
Tremulant
Prestant 4 vt
Viola Di Gamba 8 vt 
Fluitdoes 8 vt
   
Roerfluit 4 vt   
Nasard 3 vt   
Gemshoorn 2 vt  
Vox Humana 8 vt 
Tremulant
Prestant 16 vt
Subbas 16 vt
Octaaf 8 vt
Octaaf 4 vt
Mixtuur 6 sterk
Bazuin 16 vt
Trompet 8 vt
Schalmei 4 vt

Klavieromvang: C - f’’’

Pedaalomvang: C- f’

Koppels:

Hoofdwerk-Rugwerk
Hoofdwerk-Borstwerk
Pedaal-Hoofdwerk
Pedaal-Rugwerk 
Pedaal-Borstwerk

Op het borstwerk betreffen de groene registers verplaatsingen vanuit het rugwerk; De Nasard 3 vt klonk voorheen als Nasard 1 1/3 vt op het rugwerk.

De Prestant 8 vt op rugwerk was voorheen een Prestant 4 vt. Thans klinkt in het groot octaaf van dit register de Holpijp 8 vt. De Mixtuur 4 vt was met gewijzigde samenstelling voorheen Scherp 4 st. De Mixtuur 5-6 st op het hoofdwerk klonk voorheen als Mixtuur 6-8 st. In het borstwerk is het groot octaaf van de Viola di Gamba 8 vt gecombineerd met de Fluitdoes 8 vt. Met handmatig te bedienen klapdeuren kan het borstwerk als echo-werk gebruikt worden.